De paaskaars
De paaskaars is een grote kaars . Deze is versierd met het kruis en de Griekse letters alfa en omega en het jaartal. De paaskaars heeft vijf ingeboorde gaten in kruisvorm waarin wierookkorrels worden gestoken. Deze wierookkorrels worden ook wel paasnagels genoemd. Deze vijf gaten staan symbool voor de vijf wonden van Christus aan het kruis.
De paaskaars brandt verder tijdens elke viering tot aan Pasen in het volgende jaar. Na Pinksteren brandt de paaskaars in doopvieringen en bij uitvaarten. Bij een huwelijksviering brengt het licht van de paaskaars symbolisch het geluk en als kinderen gedoopt worden wordt de doopkaars aan de paaskaars ontstoken. |
De doopkaars
Oorsprong
De specifieke oorsprong van de doopkaars is onbekend, toch weten we dat het gebruik van een doopkaars refereert naar het geloof dat Jezus Christus het licht van deze wereld is. Om deze reden wordt de doopkaars dan ook aangestoken aan de paaskaars (die voor de verschillende kerkgemeenschappen in meer of mindere maten het licht van Christus representeert). Op deze manier wordt het licht van de paaskaars doorgegeven aan het kind. Gebruik De doopkaars zal steeds aangestoken worden aan het vuur van de paaskaars tijdens de doopviering. Dit zal doorgaans na het doopsel en de zalving plaatsvinden. Vervolgens zal deze kaars na de misviering uitgeblazen worden en meegegeven worden aan het kind. Het kind zal deze kaars dan de rest van zijn leven bewaren als gedachtenis aan zijn doop. Soms zal de doopkaars op andere belangrijke momenten in zijn leven opnieuw aangestoken worden zoals bij de communie, het huwelijk of uiteindelijk de begrafenis. Dit is echter geenszins verplicht en is in vele kerkgemeenschappen niet (meer) gebruikelijk. |